Leeswijzer

Dit boek is geschreven vanuit het perspectief van een bestuurder van een semipublieke instelling. Dat vraagt wellicht enige toelichting.
Semipublieke organisaties voeren namens de overheid wettelijke taken uit of dienen een breed publiek belang. Het zijn meestal non-profitorganisaties. Zij worden voor een groot deel van hun taken gefinancierd door de overheid.

Deze organisaties bevinden zich onder andere in de sectoren onderwijs, volkshuisvesting, gezondheidszorg, openbaar vervoer en welzijn. Heel vaak zijn het stichtingen of verenigingen.

Aan het hoofd van deze organisaties staat een (soms eenhoofdige) raad van bestuur. De functie van de eindverantwoordelijke man of vrouw kan meerdere benamingen hebben: bestuursvoorzitter, algemeen directeur, directeur/bestuurder, bestuurder. In dit boek heb ik vrijwel overal het
woord bestuurder gebruikt.

De bestuurder wordt gecontroleerd door een raad van toezicht.
Deze is vergelijkbaar met een raad van commissarissen in de private sector.

De overheid, als grote subsidiegever, heeft een aantal spelregels vastgelegd in wet- en regelgeving. Daarnaast zullen bij de jaarlijkse subsidieverstrekking ook nog een aantal aanvullende voorwaarden gesteld worden. Vaak wordt deze grootste subsidiënt ook wel de opdrachtgever genoemd. Er kunnen natuurlijk nog andere (over het algemeen kleinere) subsidies verstrekt worden door andere partijen. Soms zijn dat zelfs andere overheidsinstanties.

Onder de bestuurder ressorteren meestal, afhankelijk van de omvang van de organisatie, een aantal directeuren.
Bestuurder en directeuren vormen samen de directie of het managementteam van de organisatie.

Dit boek gaat over de bestuurder. Veel verhalen en suggesties zijn echter universeel. Waar ik in dit boek schrijf over de bestuurder kan voor een ander type organisatie natuurlijk ook ’manager’ of ’ directeur’ gelezen worden.